De organisatie van het sport-, spel en cultuur aanbod.
Wat willen we bereiken met de actieve TSO?
Wij willen kinderen stimuleren om voldoende en gevarieerd te bewegen. Vaak zijn speelplaatsen niet erg beweegvriendelijk ingericht ontbreekt het aan volwassenen die echt actief met leerlingen aan de slag gaan. Wij streven naar een pauze waarin kinderen enerzijds vrij kunnen spelen (het blijft namelijk hun pauze), maar anderzijds daarna ook samen met begeleiders doelgericht actief aan de slag gaan. Op die manier voegen wij een beweegblok toe van minstens drie kwartier. Daarnaast geven de scholen hun gewone beweeglessen. Net zoals bij de beweegmomenten tijdens de gewone lessen, komt deze werkwijze tegemoet aan de natuurlijke drang om te bewegen die leerlingen hebben. Daarnaast is het beweegmoment tijdens de TSO uitermate geschikt om kinderen kennis te laten maken met activiteiten die ze anders niet zouden doen. Door verenigingen en andere sport- en cultuuraanbieders uit de omgeving van de school, in te schakelen, krijgt het tussenschools programma een verbinding met de omgeving van de school.
Welke uitgangspunten hanteren wij bij de organisatie van de actieve TSO?
- De TSO wordt gerund door daarvoor bevoegde professionals (pedagogisch medewerkers, onderwijsassistenten) aangevuld met vrijwilligers.
- De aansturing van deze medewerkers gebeurt door een coördinator op schoolniveau. Als pedagogisch medewerkers ingehuurd worden bij een kinderopvangorganisatie is het verstandig om ook een coördinator van kant van deze organisatie in te zetten.
- Naast de pedagogisch medewerkers, onderwijsassistenten en vrijwilligers, kunnen ook vertegenwoordigers van verenigingen ingezet worden om (een deel van) de inhoud van de TSO te verzorgen.
- De voorbereiding van de inhoud van de TSO ligt bij de combinatiefunctionarissen / buurt-sport coaches van de lokale overheid, samen met de school en de uitvoerenden van de TSO.
- Daar waar mogelijk moeten kinderen kunnen kiezen tijdens het sport-, beweeg en cultuurprogramma.
- Tijdens de TSO is er ook ruimte voor vrije keuze (vrij spel).
Keuzesystemen
De leerling moet de TSO als prettig ervaren en niet als een opgelegde of vervelende verplichting. Het kunnen kiezen van activiteiten helpt hierbij. De mate waarin kinderen kunnen kiezen kan verschillend zijn en is onder andere afhankelijk van het aantal leerlingen, de beschikbare ruimte en het aantal PM-ers / vrijwilligers.
Ook als er geen keuzesysteem is, kunnen leerlingen invloed uitoefenen op de inhoud van de TSO:
- Klassen inventariseren activiteiten die zij graag terug zien in de planning en communiceren dit direct met een van de coördinatoren. De coördinator zorgt ervoor dat deze activiteiten in het rooster verwerkt worden;
- Via de leerlingenraad worden activiteiten aangeleverd. De coördinator zorgt er vervolgens voor dat deze activiteiten in het rooster verwerkt worden;
- Er worden klassen samengevoegd en de leerlingen kiezen tussen de twee ingeroosterde activiteiten;
Een voorbeeld van een keuzesysteem, is het muntensysteem. Hierbij worden de activiteiten tijdens de TSO afgestemd op specifieke clusters van groepen. Zo zijn er activiteiten voor de groepen 1-2, de groepen 3-4, de groepen 5-6 en de groepen 7-8. Per activiteit (bijvoorbeeld 2 per cluster per dag) kunnen een maximum aantal kinderen deelnemen. In school hangt op enkele plekken een whiteboard. Hierop wordt per clustergroep het activiteitenprogramma van twee weken geschreven. Voor de kinderen is zo zichtbaar op welke dag ze uit welke activiteiten kunnen kiezen. De coördinatoren zorgen ervoor dat het programma op het whiteboard komt te staan. De leerkracht zorgt er dagelijks voor dat hij of zij de maximale aantallen gekleurde muntjes in de klas heeft. In de loop van de ochtend laat de leerkracht de kinderen kiezen welke activiteit ze tijdens het overblijven willen gaan doen. De leerkracht geeft de overblijver de gekleurde munt die bij de activiteit hoort en houdt op een lijst bij voor welke activiteit het kind kiest.
